Naast Salvia Divinorum, LSD, Magic Mushrooms en DMT is er nog een belangrijke psychedelische stof die op deze site niet kan worden overgeslagen: Mescaline. Mescaline is een stof die vaak wordt vergeleken met LSD. Mescaline komt voor in verschillende cactussen: San Pedro, Peyote en Peruvian Torch zijn de meest bekende. Op deze pagina vind je informatie over deze cactussen, hoe je ze het beste kunt kweken en gebruiken, wat de verschillen zijn tussen deze soorten en meer informatie over mescaline zelf.
San Pedro
De San Pedro is de meest populaire mescaline cactus. Dit komt door zijn redelijk hoge percentage aan mescaline en met name door zijn snelle groei. Een San Pedro cactus kan onder de juiste omstandigheden gemakkelijk een halve meter per jaar groeien. Zodra de cactus te zwaar wordt, valt deze om en begint weer te wortelen in de grond. Daarom is het ook niet moeilijk om stekken te maken van de San Pedro. Als je deze cactus kweekt, zorg dan wel dat je in de winter (bijna) geen water geeft. Doe je dit wel, dan groeit de cactus gewoon door maar door gebrek aan genoeg licht zal hij veel dunner groeien, waardoor je lelijke dunne plekken in het midden van de cactus krijgt. Deze plekken maken de cactus ook erg instabiel.
Peyote
De Peyote is de andere meest bekende mescaline cactus. Deze staat vooral bekend om zijn hoge concentratie mescaline. Het grote nadeel van de Peyote is dat ze zeer langzaam groeien; het kan wel 20 jaar duren voordat je een Peyote kan consumeren. Daarom zijn over het algemeen de San Pedro’s en Peruvian Torches geliefder bij mensen die deze cacti zelf kweken. Echter de Peyote heeft een heel andere structuur dan San Pedro en Peruvian Torch. Waar de San Pedro recht omhoog groeit, is de Peyote meer een soort bol die steeds dikker wordt. Dit zijn erg mooie cactussen en veel mensen kweken de Peyote dan ook puur voor de sier. Het is ook mogelijk om een Peyote te enten op een San Pedro, waardoor de groei aanzienlijk versneld wordt.